over mij

Hai! Ik ben Anne-Jet. Ik woon in Badhoevedorp met Dennis en onze kinderen Josje (2009), Auke (2012) en Imme (2016). Ik ben dol op koken. Ik kook voor mijn vriendinnen, ook als we niet bij ons thuis hebben afgesproken. En ik kook altijd zóveel dat er bakjes naar de buren gebracht worden. Op mijn nachtkastje? Kookboeken.
“En eten je kinderen dat dan ook??” is een verbaasde vraag die me nogal eens gesteld wordt, als ik vertel wat we gaan eten. Eh… nou, dat ligt eraan. Hebben ze honger? Zijn ze blij en hebben ze nog wat energie? Dan is de kans groot dat ze hun bulgurpilav met pompoen en feta opeten. En als ze niet willen eten, dan toch lekker niet. “Met wie heb je gespeeld in de pauze?”

Samen aan tafel eten is belangrijk. Niet alleen om zoveel mogelijk groente bij ze naar binnen te krijgen, maar óók om te horen welke Transformer het sterkst is en wie er vandaag brutaal was in de klas. En hoe minder stress je van het avondeten hebt, hoe gezelliger het wordt. En hoe beter je kind eet.

Om het gezond én makkelijk te maken, bestel je bij Kinderkeetering online tot de dag ervoor om middernacht. Als je de volgende dag je kind(eren) ophaalt van de opvang, staat daar je avondeten klaar. Thuis warm je het alleen nog even op, zodat je alle tijd en aandacht over hebt. En als je gup in bed ligt, hoef je alleen de glazen schaaltjes in de vaatwasser te zetten.

Heel graag gedaan!

tips voor gezelligheid

Samen aan tafel eten is belangrijk! En als het gezellig is, eten kinderen makkelijker. Hoe houd je het gezellig? Gezellig aan tafel in vijf tips:

1. Don't mention the food

Praten tijdens het eten is leuk, praten óver het eten meestal niet. De grootste moodkiller is de discussie over vieze bloemkool / saus / vul maar in. Trap er niet in, sus de boel en begin over iets anders. Iets leuks! Als het maar positief is, en niet over het eten gaat (zeggen dat het lekker is, mag natuurlijk wel!).

2. Pech is zielig

Een kind dat het eten niet lekker vindt, heeft pech. Pech is zielig. En wie zielig is, moet getroost worden. Doe dat met positieve aandacht: welk boek zullen we straks lezen? Wie mocht er vandaag met een raket naar de maan van jou? Wil je even op schoot?

3. Krijg je kind aan de praat

Vragen hoe het op school was, is als een volwassene vragen hoe de afgelopen 20 jaar van z’n leven waren. Dagen zijn láng als je klein bent. Stel vragen die niet té open zijn. Neem bijvoorbeeld: Wat heb je in de pauze gedaan? Welk boek heb je bij de bieb geleend / heeft de juf voorgelezen? Waar zou je nu het allerliefste willen zijn? En de beste: Wie kreeg er vandaag op z’n kop? Daar komt altijd antwoord op.

4. Het is allemaal goed

Wij, de ouders, de bazige bazen van het universum, beslissen wat en wanneer we eten. En je kínd beslist hoeveel. Hoeveel aandacht (positief, negatief) je het ook geeft. Als je kind gezond is, is het prima als dat bord niet elke dag leeggaat. Bespaar jezelf de frustratie!

5. Ik ben zo moeeeeee

Aan het einde van de dag lopen we op ons tandvlees. We hebben de hele dag al gepraat tegen collega’s en eindeloos vergaderd en gebeld. We zijn op, we willen met ons hoofd onder de dekens. Maar doe nog even je best! Als je je kind aan het praten en lachen krijgt, leid je jezelf óók af. De gezelligheid zelf aanwakkeren, is het geheim van gezelligheid.